De stamvader van mijn familietak is Thomas Koops (1734-1790). Hij is geboren in het Drentse Kolderveen als zoon van Coop Jans. Zijn kinderen en de latere generaties droegen zijn voornaam vervolgens als hun achternaam. Tot ongeveer 1850 woonden en werkten allen in Kolderveen, maar daarna ging men de wereld in en ontstonden meerdere familietakken, ondermeer in Oldemarkt, in de Haarlemmermeer en in Hoogeveen.

In deze blog worden oude verhalen rond de familie Thomas verteld en zoektochten naar oude gebeurtenissen beschreven, met als doel bijna of al helemaal vergeten familieleden weer enigszins uit de vergetelheid te halen.

zondag 20 september 2015

Jan Thomas (4-6 januari 1826)

Omdat het mede de bedoeling is van deze blog om vergeten familieleden uit de vergetelheid te halen, is het bijzonder om nog even een keertje terug te denken aan Jan Thomas.

Het is 4 januari 1826. In de Kolderveense Bovenboer staat een stevige oostnoordoosten wind, het is bewolkt en de temperatuur schommelt rond het vriespunt. Rond 10 uur die ochtend wordt in het boerderijtje van turfmaker Thomas Roelofs Thomas en zijn eerste echtgenote Roelofje Jans Huisman hun derde kindje geboren. Een dag later gaat Thomas samen met zijn aan de overkant van het pad wonende neef Pieter Teunis de Goede en zijn buurman, de timmerman Derk Roelofs Bouwknegt, op weg naar Burgemeester Gerrit Vos in Nijeveen om aangifte de doen van de geboorte van een zoon. Thomas en Roelofje geven hem de naam Jan, naar zijn opa van moeders kant.

Geboorteacte van Jan Thomas, gedateerd 5 januari 1826

Helaas heeft de vreugde maar kort geduurd. Het jongetje blijkt niet sterk te zijn en overlijdt rond middernacht op de grens van 6 op 7 januari, slechts twee dagen oud heeft hij mogen worden. Het is 9 uur in de ochtend van de zevende januari als Derk Bouwknecht, dit keer vergezeld door zijn buurman Hendrik Wolters Snijder, van de droeve gebeurtenis aangifte doet bij Maire Vos.
Niet meer dan een voetnoot in de geschiedenis zouden deze twee dagen zijn geweest, begrensd door twee aangiftes bij de burgerlijke stand in 1826. Echter: het blijkt dat er een half jaar later nog een zogenaamde “memorie van successie” is opgemaakt. Dit had als functie dat een eventuele nalatenschap moest worden verdeeld. In dit geval speciaal omdat er nog twee kinderen in het gezin waren die als erfgenamen moesten worden gezien.
Nu kun je je afvragen wat een overleden baby als nalatenschap kon hebben, maar de burgemeester nam zijn taak uiterst serieus. Hij concludeerde dat er twee kinderen in het gezin waren: Roelof en Geertje, resp. 3 en 2 jaar oud, en dat de volledige nalatenschap van Jan bestond uit “een weinig kleederen gewaardeerd op vier gulden en vijftig cent”.

Sucessiememorie, 31 juli 1826; berekening van de netto nalatenschap van Jan Thomas

Dat is echter de bruto nalatenschap, want de begrafeniskosten blijken de som te bedragen van drie gulden en zestig cent, zodat als netto nalatenschap het bedrag overblijft van 90 cent. We mogen aannemen dat zowel Roelof als Geertje dus 45 cent hebben gekregen van hun veel te vroeg overleden broertje.
Had Jan dan misschien nog onroerende zaken in te brengen? Landerijen? Boerderijen? Je houdt het niet voor mogelijk, maar zelfs dat is afgetikt door Maire Vos. Het was blijkbaar de regel dat er geen potentiĆ«le cent belasting verloren mocht gaan. In de bijlage bij de successiememorie staat de volgende toevoeging: “De ondergetekende, Burgemeester van Kolder- en Nijeveen verklaard dat zo veel hem bekend is door de overledene Jan Thomas geenen onroerende goederen zijn nagelaten


Blijft over dat we dank zij deze memorie zeker weten dat Jan Thomas gewoon als ieder ander is begraven. Zijn lichaampje moet begin Januari 1826 bij de Kolderveense kerk ter aarde zijn besteld.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten