De stamvader van mijn familietak is Thomas Koops (1734-1790). Hij is geboren in het Drentse Kolderveen als zoon van Coop Jans. Zijn kinderen en de latere generaties droegen zijn voornaam vervolgens als hun achternaam. Tot ongeveer 1850 woonden en werkten allen in Kolderveen, maar daarna ging men de wereld in en ontstonden meerdere familietakken, ondermeer in Oldemarkt, in de Haarlemmermeer en in Hoogeveen.

In deze blog worden oude verhalen rond de familie Thomas verteld en zoektochten naar oude gebeurtenissen beschreven, met als doel bijna of al helemaal vergeten familieleden weer enigszins uit de vergetelheid te halen.

zaterdag 4 december 2010

Een geboorteaangifte met een staartje

Het was 14 september 1850. Veehouder Thomas Egberts Thomas trok de voordeur van het café achter zich dicht en wandelde over de Kolderveense Dijk naar zijn boerderij terug. Eigenlijk had hij een paar borrels te veel op en hij keek niet echt uit naar de komende discussies daarover met zijn vrouw. Zij had hem meestal feilloos in de peiling en zou het nu zeker aan hem merken. Maar er was toch reden om te vieren geweest? Twee dagen eerder was zij bevallen van een zoon, haar achtste kind en Thomas had hem vanmiddag aangegeven bij de Burgerlijke Stand. Hij pakte het document er nog eens bij en las het tevreden door.
Toen brak hem plotseling het zweet uit. Dat kon toch niet waar zijn wat hij daar las? Hij had zijn zoon Albert genoemd, maar dat had Jan moeten zijn. Dat had hij met zijn vrouw afgesproken! En ze hadden al een zoon die Albert heette! Bovendien had zijn vrouw nog een zoon uit haar eerste huwelijk die ook al Albert heette en die ook bij hun woonde.
Hij wankelde het pad naar de deel op. Hoe moest hij dit nu uitleggen?


Thomas Egberts Thomas, een kleinzoon van Thomas Koops, was al weduwnaar toen hij in 1835 trouwde met Geertje Roelofs Bouwknegt. Zij was weduwe met twee kinderen en 29 jaar oud. Thomas was 26. Ze huurden aanvankelijk een boerderijtje in de Kolderveense Bovenboer, maar in 1837 kochten ze tijdens een openbare veiling een grote boerderij aan de Kolderveense Dijk. In 1853 verkochten ze deze weer om te verhuizen naar Oldemarkt. Daar, in de buurtschap IJsselham, werd opnieuw een boerderij gekocht. Nazaten met de achternaam Thomas wonen anno 2010 nog steeds in Oldemarkt en omgeving.

"En nou gao'j as de bliksem terugge naor 't Gemeentehoes" had Geertje hem toegebeten nadat hij zijn fout had opgebiecht. En zo meldde hij zich een paar dagen later opnieuw bij de ambtenaar Barteld Jans Denning. Deze meldde dat deze fout niet met een pennenstreek kon worden gecorrigeerd: er was een request nodig, te richten aan de Arrondissementsrechtbank te Assen, en dat zou wel een paar cent kosten!

Er bleef niet anders over dan een verzoekschrift in te dienen, en met behulp van Denning werd dit geregeld. Met gepaste eerbied werd het verzoek ingekleed: ".. geeft met verschuldigde eerbied te kennen Thomas Egberts Thomas, veehouder wonende te Kolderveen gemeente Nijeveen, dat hij blijkens hier bijgevoegde geboorte acte van zijn kind geboren uit zijn echt met Geertje Roelofs Bouwknegt op den 12den september 1850 heeft gegeven den voornaam van Albert. Dat dit is geweest een verge daar hij buitendien reeds twee kinderen van dien voornaam heeft en het zijne bedoeling was aan het kind den voornaam te geven van Jan. Redenen waarom hij verzoekt dat het de Arrondissements Regtbank moge behagen hem toe te staan den voornaam van zijn kind geboren op den 12den september te veranderen van Albert in dien van Jan"


"Beschikking in naam des Konings"

Op 11 april 1851 ontving Thomas het bericht dat zijn verzoek was ingewilligd en toen kon Denning uiteindelijk op 16 juni de wijziging in de Burgerlijke Stand aanbrengen. Uiteindelijk kon de kleine Albert nu dan toch officieel als Jan door het leven gaan. Erg lang heeft hij hiervan niet kunnen genieten; hij overleed in Oldemarkt op 14 mei 1857. Hij werd slechts 6 jaar oud.

woensdag 1 december 2010

Roelof Thomas (1822-1905)

"Mij zien ze hier nooit weer terug" dacht Roelof toen hij zijn geboortedorp verliet na de zoveelste ruzie met zijn vader. Hij begreep niet dat die ouwe niet zag dat zijn stiefmoeder alleen voor haar eigen kinderen een toekomst op de boerderij voor ogen had. Dat Roelof de oudste zoon in huis was, dat speelde blijkbaar geen rol.
Hij was het zat en zou bewijzen dat hij best zijn eigen boontjes kon doppen.


Roelof Thomas was een achterkleinzoon van Thomas Koops. Hij is geboren in 1822 als eerste zoon van Thomas Thomas en Roelofje Huisman. Zijn vader was ook oudste zoon geweest en was een succesvol ondernemer in de turfhandel. De ouderlijke boerderij stond in de Kolderveense Bovenboer, waar na Roelof nog vijf meisjes werden geboren.
Roelofje Huisman overleed in 1834 en toen was Roelof net 11 jaar oud. Zijn vader hertrouwde een half jaar later met zijn huishoudster Hilligje de Weerd en zij schonk Thomas Thomas in de twintig jaren daarna nog eens 10 kinderen waaronder 9 zoons.

Roelof wachtte dat overigens niet allemaal af en verliet het ouderlijk huis. Het is niet onwaarschijnlijk dat hij een groot deel van zijn stiefbroertjes nooit heeft ontmoet. Waarom hij dat deed is een raadsel: als oudste zoon lag het voor de hand dat hij de ouderlijke boerderij later zou overnemen.
Echter: het is bekend dat hij al in 1848 verhuisde, en wel van Zuidwolde naar Avereest. Hij is dan turfmaker van beroep en ongehuwd. Hij deelt in Avereest aanvankelijk een huis met Grietje Thomas (1833-1870, ook een dochter uit het eerste huwelijk van zijn vader, die dus al op 15-jarige leeftijd het huis had verlaten).
Niet lang daarna voert Roelof het beroep van schipper uit en wordt Grietje de hoofdbewoner van het adres waar ze stonden ingeschreven: Wijk D.013.2. Zeker tot 1856 woont hij dan vermoedelijk in Avereest aan boord van een vaartuig: dat zal een binnenvaartschip zijn geweest en hij zal er turf mee hebben vervoerd.

In 1870 overlijdt Roelof's vader in Kolderveense Bovenboer. Uit de successiepapieren blijkt dat Roelof dan woont aan boord van zijn schip, dat domicilie heeft in Zutphen. Bij de Volkstelling van 1879 laat hij zich ook daar inschrijven als vast bewoner. Hij heeft jarenlang dezelfde schippersknecht aan boord, de in 1868 geboren Wouter Klouwen uit Zutphen. Roelof is en blijft ongehuwd. Aan het begin van de 20e eeuw kan Roelof zijn nering uiteindelijk niet meer zelfstandig gaande houden.

Het was koud aan boord. Ondanks de kachel bleven zijn botten altijd maar koud. Het leek wel alsof de dood bij zijn benen langs om hoog kroop. Hoe moest dat nou verder? Zijn lichamelijke conditie liep al jaren terug, hij kreeg steeds meer moeite om voldoende vracht te verwerven. Hij had haast geen nagels meer om zijn gat te krabben. "Ik moet het schip verkopen om aan de wal mijn laatste jaren te kunnen slijten" zo werd het plan in zijn hoofd steeds duidelijker. De doorslag gaf de brief die hij een maand eerder van zijn zuster Annechien had gekregen. Zij en zijn zwager Albert Oosterveen waren de 75 ook al gepasseerd en hadden in Kolderveen een boerderijtje waar een vrij huisje tegenaan was gebouwd. Het stond nu leeg en ze nodigden hem uit om terug te komen.
Hij moest zich over zijn trots heenzetten en naar zijn geboortedorp terugkeren. Het was november 1904 toen hij zich er definitief terugmeldde. Bijna zestig jaren had hij elders gewoond




Het boerderijtje van Albert Oosterveen en Annechien Thomas in de Bovenboer, hier op een foto uit ongeveer 1950. Roelof Thomas bewoonde het laatste jaar van zijn leven het rechter gedeelte.

Roelof leefde nog een jaar en overleed uiteindelijk in oktober 1905, 83 jaar oud, vermoedelijk zonder geld of goederen na te laten. Het is onbekend waar hij is begraven, maar waarschijnlijk was dat op het kerkhof in Kolderveen. Er is voor hem geen grafsteen. In de lokale kranten is zijn overlijden niet gemeld.
Annechien was zijn enige echte zuster die nog leefde in 1905, zij overleed in 1914. Hij liet tenslotte twee halfbroers na (in de V.S.) en een halfzuster (in Meppel).

zaterdag 12 juni 2010

In den beginne ...

Het is het voorjaar van 1734. In het Drentse dorpje Kolderveen, niet ver van Meppel en gelegen aan de rand van het uitgestrekte veengebied langs de Weerribben en de Zuiderzee, wonen de turfmaker Coop Jans en zijn vrouw Stientje Peters. Ze zijn 12 jaar eerder getrouwd en Stientje is in verwachting. Ze hebben al twee zoons, Peter (genoemd naar zijn moeders vader) is inmiddels 9 jaar en zijn broertje Jan is bijna 2. Coop en Stientje bedenken een naam voor hun nieuwe baby. Als het een meisje wordt zal het geen probleem zijn, maar de vraag rijst wat de naam van een jongetje zal worden omdat beide grootvaders al zijn vernoemd. Als in oktober een jongetje het levenslicht zien besluiten ze hem de naam Thomas te geven.



De Ned. Herv. kerk van Kolderveen

Alle kinderen van deze Thomas Coops(zoon) zullen later zijn voornaam definitief als hun achternaam vastleggen. Het is het begin van de familie Thomas die zijn oorsprong kent in Kolderveen