De stamvader van mijn familietak is Thomas Koops (1734-1790). Hij is geboren in het Drentse Kolderveen als zoon van Coop Jans. Zijn kinderen en de latere generaties droegen zijn voornaam vervolgens als hun achternaam. Tot ongeveer 1850 woonden en werkten allen in Kolderveen, maar daarna ging men de wereld in en ontstonden meerdere familietakken, ondermeer in Oldemarkt, in de Haarlemmermeer en in Hoogeveen.

In deze blog worden oude verhalen rond de familie Thomas verteld en zoektochten naar oude gebeurtenissen beschreven, met als doel bijna of al helemaal vergeten familieleden weer enigszins uit de vergetelheid te halen.

woensdag 1 december 2010

Roelof Thomas (1822-1905)

"Mij zien ze hier nooit weer terug" dacht Roelof toen hij zijn geboortedorp verliet na de zoveelste ruzie met zijn vader. Hij begreep niet dat die ouwe niet zag dat zijn stiefmoeder alleen voor haar eigen kinderen een toekomst op de boerderij voor ogen had. Dat Roelof de oudste zoon in huis was, dat speelde blijkbaar geen rol.
Hij was het zat en zou bewijzen dat hij best zijn eigen boontjes kon doppen.


Roelof Thomas was een achterkleinzoon van Thomas Koops. Hij is geboren in 1822 als eerste zoon van Thomas Thomas en Roelofje Huisman. Zijn vader was ook oudste zoon geweest en was een succesvol ondernemer in de turfhandel. De ouderlijke boerderij stond in de Kolderveense Bovenboer, waar na Roelof nog vijf meisjes werden geboren.
Roelofje Huisman overleed in 1834 en toen was Roelof net 11 jaar oud. Zijn vader hertrouwde een half jaar later met zijn huishoudster Hilligje de Weerd en zij schonk Thomas Thomas in de twintig jaren daarna nog eens 10 kinderen waaronder 9 zoons.

Roelof wachtte dat overigens niet allemaal af en verliet het ouderlijk huis. Het is niet onwaarschijnlijk dat hij een groot deel van zijn stiefbroertjes nooit heeft ontmoet. Waarom hij dat deed is een raadsel: als oudste zoon lag het voor de hand dat hij de ouderlijke boerderij later zou overnemen.
Echter: het is bekend dat hij al in 1848 verhuisde, en wel van Zuidwolde naar Avereest. Hij is dan turfmaker van beroep en ongehuwd. Hij deelt in Avereest aanvankelijk een huis met Grietje Thomas (1833-1870, ook een dochter uit het eerste huwelijk van zijn vader, die dus al op 15-jarige leeftijd het huis had verlaten).
Niet lang daarna voert Roelof het beroep van schipper uit en wordt Grietje de hoofdbewoner van het adres waar ze stonden ingeschreven: Wijk D.013.2. Zeker tot 1856 woont hij dan vermoedelijk in Avereest aan boord van een vaartuig: dat zal een binnenvaartschip zijn geweest en hij zal er turf mee hebben vervoerd.

In 1870 overlijdt Roelof's vader in Kolderveense Bovenboer. Uit de successiepapieren blijkt dat Roelof dan woont aan boord van zijn schip, dat domicilie heeft in Zutphen. Bij de Volkstelling van 1879 laat hij zich ook daar inschrijven als vast bewoner. Hij heeft jarenlang dezelfde schippersknecht aan boord, de in 1868 geboren Wouter Klouwen uit Zutphen. Roelof is en blijft ongehuwd. Aan het begin van de 20e eeuw kan Roelof zijn nering uiteindelijk niet meer zelfstandig gaande houden.

Het was koud aan boord. Ondanks de kachel bleven zijn botten altijd maar koud. Het leek wel alsof de dood bij zijn benen langs om hoog kroop. Hoe moest dat nou verder? Zijn lichamelijke conditie liep al jaren terug, hij kreeg steeds meer moeite om voldoende vracht te verwerven. Hij had haast geen nagels meer om zijn gat te krabben. "Ik moet het schip verkopen om aan de wal mijn laatste jaren te kunnen slijten" zo werd het plan in zijn hoofd steeds duidelijker. De doorslag gaf de brief die hij een maand eerder van zijn zuster Annechien had gekregen. Zij en zijn zwager Albert Oosterveen waren de 75 ook al gepasseerd en hadden in Kolderveen een boerderijtje waar een vrij huisje tegenaan was gebouwd. Het stond nu leeg en ze nodigden hem uit om terug te komen.
Hij moest zich over zijn trots heenzetten en naar zijn geboortedorp terugkeren. Het was november 1904 toen hij zich er definitief terugmeldde. Bijna zestig jaren had hij elders gewoond




Het boerderijtje van Albert Oosterveen en Annechien Thomas in de Bovenboer, hier op een foto uit ongeveer 1950. Roelof Thomas bewoonde het laatste jaar van zijn leven het rechter gedeelte.

Roelof leefde nog een jaar en overleed uiteindelijk in oktober 1905, 83 jaar oud, vermoedelijk zonder geld of goederen na te laten. Het is onbekend waar hij is begraven, maar waarschijnlijk was dat op het kerkhof in Kolderveen. Er is voor hem geen grafsteen. In de lokale kranten is zijn overlijden niet gemeld.
Annechien was zijn enige echte zuster die nog leefde in 1905, zij overleed in 1914. Hij liet tenslotte twee halfbroers na (in de V.S.) en een halfzuster (in Meppel).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten