De stamvader van mijn familietak is Thomas Koops (1734-1790). Hij is geboren in het Drentse Kolderveen als zoon van Coop Jans. Zijn kinderen en de latere generaties droegen zijn voornaam vervolgens als hun achternaam. Tot ongeveer 1850 woonden en werkten allen in Kolderveen, maar daarna ging men de wereld in en ontstonden meerdere familietakken, ondermeer in Oldemarkt, in de Haarlemmermeer en in Hoogeveen.

In deze blog worden oude verhalen rond de familie Thomas verteld en zoektochten naar oude gebeurtenissen beschreven, met als doel bijna of al helemaal vergeten familieleden weer enigszins uit de vergetelheid te halen.

woensdag 14 september 2011

Een noodlottig ongeval

Toen Thomas Egberts Thomas met zijn gezin in 1853 vertrok uit Kolderveen en neerstreek in Oldemarkt, kon hij nog niet vermoeden dat hij er na zijn dood zou terugkeren: zijn grafsteen staat nog steeds op het kerkhof bij de kerk van Kolderveen. In het zelfde graf was volgens het opschrift eerder ook Jacob Schuurman begraven. Er waren familiebanden tussen die twee.

Thomas' dochter Jentje keerde na een aantal jaren al terug naar haar geboortedorp en trouwde in 1857 te Nijeveen met Roelof Schuurman, zoon van genoemde Jacob. Toen ik in het Drents Archief wat zat te neuzen in oude Meppeler Couranten kwam ik toevallig de naam Roelof Schuurman tegen in een overlijdensadvertentie uit 1904. Mijn aandacht werd onmiddelijk getrokken door de eerste regels tekst: "Heden overleed door een noodlottig ongeval..."



Mijn nieuwsgierigheid was gewekt en ik bladerde een aantal dagen terug in de hoop dat in de Meppeler Courant was te vinden wat het dan wel voor een ongeluk was geweest. Ik had geluk, want ik trof er inderdaad een berichtje van aan. Het is een huiveringwekkend verslag:

"NIJEVEEN, 5 april 1904. Een droevig ongeluk viel hier Dinsdag voor. De beide zoons van den 77 jarigen Roelof Schuurman zouden een eikenboom vellen. Geducht was reeds onder aan den stam gekapt, toen men aan een touw, boven aan den boom bevestigd, ging trekken; 't wilde echter nog niet gelukken hem omver te krijgen, waarom de eene zoon opnieuw aan 't kappen ging terwijl zijn broer, de oude vader en de knecht aan het touw bleven staan. Plotseling knakten de wortels af en voor men nog recht wist wat er gebeurde, viel de boom omver, den 77 jarigen grijsaard onder zich verpletterende. Een tak drong in zijn schedel. De inderhaast ontboden Dr Heerspink, arts te Meppel, kon slechts den dood constateren. Het treurig ongeluk vindt hiet algemeene deelneming"

De weduwe, Jentje Thomas, vertrok na dit ongeluk uit Kolderveen en ging wonen bij haar jongste zoon Thomas in Avereest. Daar overleed ze in 1908.

In Nijeveen is trouwens anno 2011 nog steeds de Schuurmansweg te vinden, die deels over hun toenmalige erf loopt. Deze weg dateert van 1883 en is ontstaan uit de Schuurmanssteeg. Dat was een oude Noord-Zuid verbinding van Nijeveen naar de Bovenboer, destijds een landweg, lopend over erf en land van de familie Schuurman.

maandag 13 juni 2011

Een raadsel uit 1920

In 1991 bestond het dorp Noordscheschut 225 jaar. Ter gelegenheid van dit jubileum bracht de dorpsvereniging "Plaatselijk Belang" een boek uit met daarin vele oude foto's. Eén daarvan was een fraaie groepsfoto die waarschijnlijk rond 1920 is gemaakt, maar die ik daarvoor nog nooit had gezien.



We zien op deze foto rechts Aaltje Thomas (1874-1943) en haar echtgenoot Roelof Harkema (1867-1931). De familie Harkema nam in de dorpsgemeenschap een belangrijke plaats in, want ze runden honderd jaar geleden een kruidenierswinkel annex café in het centrum van het dorp. Op de eerste verdieping van het winkelpand waarvoor ze hier poseren was een grote zaal die werd verhuurd voor ondermeer vergaderingen en feestavonden. De jonge mannen links op de foto zijn de twee zoons van Aaltje en Roelof, Jaap (1897-1976) en Broer Harkema (1898-1987). Het onderschrift bij de foto van Plaatselijk Belang vermelde niet de namen van de beide dames op de foto, maar gaf aan dat het hier vermoedelijk om vriendinnen ging. Dat was niet zo'n vreemde aanname want de beide zoons stonden in die tijd bekend als echte feestnummers. De dames intrigeerden mij echter omdat ze een uitstraling hebben die niet goed past bij de streek. Vooral de middelste dame lijkt eerder weggelopen uit een jaren twintig Hollywood-film dan uit een Drents plattelandhuishouden.
In het besef dat de identiteit van de beide dames waarschijnlijk wel altijd verborgen zou blijven verdween de foto weer naar de achtergrond, totdat ik in het kader van stamboomonderzoek in de Haarlemmermeer terecht kwam. In 1855 was namelijk ene Roelof Thomas, een oom van bovengenoemde Aaltje, als pionier in de toen juist drooggelegde polder een landbouwbedrijf begonnen. Tijdens het nazoeken van zijn stamboom bracht ik een bezoek aan een achterkleinzoon van de pionier. Deze droeg dan wel de achternaam Van Vuuren, maar had een oma gehad die nog de achternaam Thomas had gevoerd. Na het uitwisselen van allerlei wetenswaardigheden van onze families vroeg ik hem of hij misschien nog in het bezit was van oude foto's waarop wellicht leden van de familie Thomas te herkennen waren. Naast een afbeelding van een vroeg overleden broer van zijn oma had van Vuuren echter niet veel meer "... of wacht eens: misschien die foto van tante Til en tante Mien voor die winkel?"
Tot mijn verrassing kwam op deze manier uit een wel heel onverwachte hoek opnieuw een afdruk van de foto tevoorschijn. Zoals de familie Van Vuuren zich altijd had afgevraagd wie toch die mensen waren waarmee hun tantes waren gefotografeerd, zo hadden 200 km verderop anderen juist hun hoofden gepijnigd over de identiteit van de twee dames.

Met alle informatie bij elkaar gevoegd heeft de foto nu geen geheimen meer. Links zien we Hermina van Vuuren (1901-1975) en de dame in het midden is Mathilda van Vuuren (1903-1979). Ze zijn de jongste dochters uit het gezin van Margje Thomas en Teunis van Vuuren. Margje en de bovengenoemde Aaltje waren volle nichten van elkaar. Til en Mien waren, volgens verhalen van de familie van Vuuren, bijzonder reislustig en fietsten met z'n tweeën het hele land door waarbij ze geregeld familie bezochten. Zo kwamen ze rond 1920 ook in Noordscheschut langs en werd hun bezoek vereeuwigd.

woensdag 30 maart 2011

Vliegdemonstratie in Heerenveen

Het was de zomer 1910 en de lucht trilde van opwinding. Een nieuwe tijd brak aan!
Heerenveen organiseerde van 31 juli tot en met 4 augustus 1910 vliegdemonstraties en de “aviateur” Clément van Maasdijk zou daar de eerste vlucht van een Nederlander in eigen land verzorgen.
Van Maasdijk ging op 31 juli 1910 vanaf de oude Thialf-ijsbaan in Heerenveen met zijn Sommer Biplane de lucht in. Heerenveen stond op z'n kop en in deze vijf dagen kwamen ongeveer 100.000 mensen van heinde en verre om een vliegdemonstratie te aanschouwen.


Clément van Maasdijk, vijfde van links achter, poseert voor zijn Sommer Biplane tussen het organisatiecomité in Heerenveen.

De Leeuwarder Courant schetste op 3 augustus het volgende ooggetuigenverslag: “tot ongeveer 3 uur passeerden te Steenwijk ongeveer 3000 fietsen in de richting Heerenveen; langs den Rijksstraatweg van Akkrum kwamen ook ongeveer 3000 wielrijders, vanuit de richting Gorredijk minstens even zooveel; rekent men dan daarbij nog de fietsers die van uit Joure en Tjalleberd kwamen opzetten, dan kan men gerust aannemen dat er zondag 12.000 fietsen te Heerenveen geweest zijn.”

In het familiearchief bevindt zich een portretfoto met daarop de broers Thomas Thomas (1880-1963) en Jacob Thomas (1883-1960) en hun resp. echtgenotes Hendrikje Otten en Jikke Hoekstra. Volgens Hendrik Thomas(zoon) is die foto gemaakt “in Heerenveen, toen er een vliegtuig landde”.


Heerenveen, augustus 1910. V.l.n.r. Jikke Hoekstra (*1877), Jacob Thomas (*1883), Thomas Thomas (*1880) en Hendrikje Otten (*1882)

Het waren voor de broers belangrijke jaren. In mei 1909 waren zowel Thomas als Jacob getrouwd. Thomas en Hendrikje kregen in april 1910 hun eerste zoontje en ze stonden aan het begin van hun “carrière”. Thomas zou als oudste zoon in het volgende jaar de ouderlijke veehouderij gaan overnemen. Het huwelijk van Jacob, smid van beroep, en Jikke was in maart 1910 gezegend met de geboorte van een dochtertje en ze hadden vergevorderde plannen om te gaan emigreren naar de Verenigde Staten. Niet lang daarna vertrokken ze inderdaad naar New Jersey.
Midden in dit draaipunt in hun levens golfde de vooruitgang ook IJsselham binnen en de twee jonge echtparen lieten deze kans niet aan zich voorbijgaan. Op één van de dagen bezochten ze één van de vliegdemonstraties van Clément van Maasdijk in Heerenveen.

“De heer van Maasdijk steeg tot ongeveer 120m. Bij Heerenveen nam hij een sierlijke bocht naar het noorden , toen vloog hij ver tot over het dorp Luinjeberd om daar naar het westen te koersen en weer te snorren naar het terrein. De daling was weer magnifiek. Luide werd de heer van Maasdijk toegejuicht. De vlucht duurde 5 minuten en 55 seconden.”

Bij het oude Thialf hebben Jacob, Jikke, Thomas en Hendrikje dus staan kijken en ze zullen het hun leven lang niet vergeten zijn. Het is allemaal vastgelegd omdat ze bij deze gelegenheid ook nog even naar een portretfotograaf zijn gegaan. Vermoedelijk zijn de chique hoedjes die de dames dragen van hem afkomstig.

Ze hadden de wereld in hun hand en keken vol vertrouwen naar de toekomst